Obama: zwart, blauw of rood?

Het hart van Obama’s campagne was -zeggen ze nu- de sociale media. Nu ligt de waarheid vaak wat genuanceerder, maar het ontgaat me niet dat de portretten (iconen) van Obama welig tieren op het web. Menig kunstenaar, grafisch ontwerper of zelf wereldberoemde fotograaf ‘pikt’ graag een graantje mee. Vandaag vond ik het tijd om hier even in te duiken en ook mijn eigen bijdrage te leveren…

In het interview met Shephard Fairey werd me duidelijk wat een krachtig beeld kan betekenen (hoe ‘Hope’ viral ging). Nu zijn er meer beelden en portretten van Obama gemaakt (zie o.a. de Flickr Photostream), maar ook spinoffs als de prijsvraag van de Huffington Post om de foto’s van Annie Leibovitz te photoshoppen werkte duidelijk aanstekelijk. Nu is de achtergrond van Obama’s presidentiĆ«le campagne wel degelijk interessant (zie o.a het boek ‘Van Rotterdam naar het Witte Huis’ van Kirsten Verdel), maar wat bepaald nu eigenlijk welk beeld overleeft en welke niet. Ligt dit aan de artistieke intentie, de uniciteit of alleen maar aan de energie die je steekt in de marketing campagne? Fundamentele communicatie zou je zeggen, maar in het geval van Obama is het wel erg lastig om je te onderscheiden van de rest. En waarom eigenlijk?

Nu ja, misschien omdat hij zo dichtbij is? Vorige week probeerde een collega de gebruikersnaam B-Obama te claimen op Twitter, maar ving een slimme bot die alle pogingen om zijn identiteit te ‘gebruiken’ onderving. Of zouden het actieve leden van Obama’s webcare-team zijn? De illusie is echter daar, de magie van zijn persona (aura) fenomenaal en wij volgen de hype. In Nederland is de meest gekloonde afbeelding van een politicus waarschijnlijk Geertje W., maar hier waag ik me liever niet aan.
Om een lang eind kort te maken, zie mijn drieluik. Een volgende exercitie zou zijn om de populariteit van de afzonderlijke kleurversies te laten onderzoeken door Maurice de Hond of door een heatmap te maken.